vrijdag 18 januari 2008

Gesneuvelde militairen keren terug naar Nederland

De twee Nederlandse ISAF-militairen die op zaterdag 12 januari bij zware gevechten omkwamen door “eigen vuur” in Deh Rawod in Uruzgan komen naar verwachting in de loop van vrijdag op zaterdagnacht met een C-130 Hercules aan op vliegbasis Leeuwarden.

Dat heeft het ministerie van Defensie bekendgemaakt. Het gaat om korporaal Aldert Poortema en soldaat der eerste klasse Wesley Schol. In Leeuwarden worden zij met een korte ceremonie overgedragen aan de nabestaanden.

Woensdagavond werden Wesley Schol en Aldert Poortema door hun collega’s op Kamp Holland herdacht. Tijdens de dienst, die werd geleid door geestelijke verzorgers, is op gepaste wijze afscheid van hen genomen.

Bijzondere moed
Korporaal Aldert Poortema wordt door Defensie omschreven als “een professional, een ware leider voor wie rechtvaardigheid hoog in het vaandel stond, een collega waar je op kon bouwen, iemand die altijd voor zijn collega’s klaar stond”.

Soldaat Schol zal in het geheugen van zijn collega’s gegrift staan als “een doorzetter, een sfeermaker maar bovenal als iemand met bijzondere moed”.

Deze moed bewees hij toen hij bij de operatie in Deh Rawod in een vuurgevecht met gevaar voor eigen leven zijn collega Aldert te hulp wilde komen. Bij deze hulppoging kwam hij zelf om het leven, aldus een woordvoerder van Defensie.

BegrafenisDe begrafenis van Aldert Poortema vindt plaats op woensdag 23 januari en de begrafenis van Wesley Schol op donderdag 24 januari. Beiden worden met beperkte militaire eer begraven.

Kandahar
Eerder vrijdag namen Nederlandse militairen in Kandahar in aanwezigheid van staatssecretaris Jack de Vries en de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, luitenant-generaal Rob Bertholee, afscheid van hun twee gesneuvelde kameraden.

De staatssecretaris sprak onder meer met de collega’s van de omgekomen militairen. Deze waren vanuit Deh Rawod meegereisd om hun kameraden naar Nederland te begeleiden.

De Vries toonde zich diep onder de indruk van de verhalen van de mannen die bij de incidenten van afgelopen weekeinde betrokken waren. “Ze zijn erg verdrietig. Ik kan alleen maar luisteren en er voor ze zijn.”

Afscheidsceremonie
De Vries verklaarde dat de afscheidsceremonie een emotioneel moment was. “Je kijkt recht in de ogen van de jongens die afscheid nemen van hun maatjes,” verklaarde De Vries.

“Daar zie je de pijn. Ze kennen elkaar al van de opleiding; hebben samen naar de uitzending toegeleefd. Ze gingen samen en wilden ook samen terug. Dat het niet gelukt is, zit heel diep.”

Door het slechte weer bleven de staatssecretaris en zijn delegatie langer op het vliegveld van Kandahar dan was gepland.

Daardoor hadden ze uitgebreid de tijd om met de militairen op het vliegveld te spreken. De Vries bezocht onder meer het F-16 en het helikopterdetachement en het nabijgelegen kamp van het Afghaanse leger.

In kandahar zijn ongeveer 360 Nederlandse militairen gestationeerd met 6 F-16-gevechtsvliegtuigen, drie Chonook-transporthelikopters en een aantal helikopters van het type Cougar.

Medeleven Kabinet
Het kabinet heeft vrijdag tijdens de ministerraad stilgestaan bij het trieste overlijden van de twee Nederlandse en twee Afghaanse militairen en de verwonding van een Nederlandse militair afgelopen weekend. Dat zei minister president Jan Peter Balkenende na afloop van de ministerraad.

De premier sprak nogmaals het medeleven uit aan de ouders, familie, vrienden en collega's van de overleden militairen “die zijn getroffen door een onherstelbaar verlies”.

Ook Balkenende zei dat de pijn groot is. Hij noemde het “bitter en intens droevig omdat de slachtoffers vielen door eigen vuur”.

Namens het Kabinet wenste hij de militair die twee benen verloor alle sterkte en kracht toe bij de revalidatie. Hij benadrukte dat Defensie al het mogelijke doet om de nabestaanden en hun collega’s de komende periode steun te verlenen.

Afghaanse collega’s
De twee Afghaanse militairen die vorig weekend per ongeluk door Nederlandse militairen zijn doodgeschoten, hadden over hun uniform Afghaanse gewaden omgeslagen tegen de kou. Daardoor waren zij niet herkenbaar voor de Nederlandse troepen. Dat meldt het blad Elsevier vrijdag.

Kort na het fatale schietincident van vorig weekeind werd al bekendgemaakt dat de Afghaanse soldaten geen uniform droegen.

Het verhaal van de gewaden werd vrijdag verteld door generaal Naibi, de bevelhebber van het korps 205 van het Afghaanse leger (ANA) in de Afghaanse stad Kandahar.

Volgens hem zijn er aan twee kanten fouten gemaakt tijdens het vuurgevecht vorig weekend bij Deh Rawod.

In het weekblad Elsevier opperde Eric Vrijsen deze week ook dat de Afghanen mogelijk een gewaad droegen.

De Afghaanse militairen Abdal Qodos en Boman Haider waren niet herkenbaar voor de Nederlanderse soldaten. Maar tegelijk zouden de Nederlanders hen niet hebben gewaarschuwd voordat ze schoten.

Elsevier schrijft dat generaal Bertholee vrijdag niet inhoudelijk in wilde gaan op de suggestie van Naibi. Hij verklaarde dat onderzoek duidelijkheid moet brengen.

Generaal Naibi zei verder dat de gebeurtenis geen invloed heeft op de samenwerking tussen de Nederlanders en de ANA omdat zij strijden voor hetzelfde doel.

Oorzaak
De dood van de Nederlandse militairen is mogelijk te wijten aan een tekort aan radiomateriaal. In de chaos die ontstond op het strijdtoneel werden ook nog eens de twee Afghanen doodgeschoten. Er werd gezegd dat ze werden aangezien voor Taliban.

Het gevecht vond plaats in het donker en onder slechte weersomstandigheden. Hierdoor kon eveneens niet altijd luchtsteun worden verleend.

De militaire vakbond zei deze week dat het in Uruzgan ontbreekt aan zogenoemde “oortjes”, apparaatjes waarmee de militairen met elkaar in verbinding staan.

Deze oortjes zouden in Uruzgan niet zijn vervangen wanneer ze kapot gaan. Het ministerie van Defensie liet eerder deze week weten deze conclusie van de vakbond voorbarig te vinden.

Naar de gebeurtenissen van vorig weekeind wordt een grondig onderzoek ingesteld.